The last adventures

Na ruim acht supermooie maanden in Australië en Nieuw Zeeland was het weer tijd voor een nieuw avontuur, terug naar het voor mij inmiddels wel bekende Azië. Eindelijk weer krakkemikkige strandhutjes, heerlijke Aziatische gerechten, ladyboys en goedkope cocktails op het strand! Aangezien ik een groot fan ben van de meeste Aziatische landen keek ik hier al een tijdje naar uit. Toch merkte ik dat ik het mooie Down Under ook al snel een beetje begon te missen. Gemakkelijk communiceren in Engels, goed georganiseerd verkeer, schone straten en ‘westers eten’ blijken toch ook wel eens fijn te zijn tijdens het reizen. De allereerste dag in Azië werd ik direct weer herenigd met Jort, die een maand “vakantie” in Nederland erop had zitten. Hij had even een korte pauze van mij nodig maar de laatste maanden reizen in Azië wilde hij maar al te graag nog even mee!

In Singapore hadden we bij een hostel afgesproken en het was voor ons allebei weer als thuiskomen in de Aziatische wereld. Omdat we tijdens onze vorige reis al veel van Singapore hebben gezien zijn we na twee dagen al doorgereisd naar Tioman island in Maleisië. De oostkust van Maleisië staat goed bekend om het erg mooie en goedkope duiken en de mooie strandjes. We hebben de twee weken in Maleisië (Tioman en Perhentian islands) dan ook vooral in het water gelegen. We hebben hier ons ‘deep diver’ en ‘night diver’ certificaat gehaald zodat we voortaan tot 30 meter diepte en in de nacht mogen duiken. Vooral de nachtduik was een mooie ervaring omdat je helemaal niets ziet en je je dan opeens kapot schrikt omdat er een grote witte haai voor je langs zwemt! Op deze eilanden hebben we in totaal twaalf duiken gedaan en zijn we onder andere verschillende haaien, schildpadden, octopussen, inktvissen, waterslangen en roggen tegengekomen. Ook was er op de Perhentian islands weer een Sneeker onderonsje. Juliette was toevallig tegelijkertijd op hetzelfde eiland met al haar vrienden uit Kuala Lumpur dus daar hebben we nog maar even een goed feestje mee gevierd! Deze eilanden waren verder echt heel relaxed, geen auto’s en scooters en alleen maar zand. Zelfs onze slippers hadden we hier niet nodig. Je stapt ’s ochtend je bed uit en staat binnen tien seconden op het strand en je kunt de dag direct beginnen met een duikje in de zee!

Na Maleisië hebben we nog ruim twee weken op de Thaise eilanden doorgebracht. We zijn hier allebei al eens eerder geweest maar nu we toch zo dichtbij waren konden we net zo goed nog even een paar mooie feestjes meepakken! We zijn begonnen op Koh Tao, waar we naast twee duiken vooral veel genoten hebben van de gezelligheid, het heerlijke eten en de strandfeestjes. De volgende plekken Koh Phangan, Phuket en Koh Phi Phi waren eigenlijk niet veel anders dan dat.. Phuket waren we overigens allebei nog nooit geweest en hebben we vooral bezocht omdat het toevallig op de route lag, maar stiekem ook wel omdat het zo bekend staat om de ladyboys en prostitutie. We waren toch een beetje nieuwsgierig! Overdag was dit gewoon een toeristisch oord zoals we dat bijvoorbeeld in de bekendere Spaanse badplaatsen kennen, maar ’s nachts is dit een totaal andere wereld. Een grote chaos op straat, over om je heen hangen thaise (nep)vrouwen in de palen of ze hangen aan de bar te wachten op hun droomprins, hordes prostituees rennen achter je aan om hun dagelijkse kost te verdienen en van alle kanten komt keiharde muziek of andere rare geluiden.. Best gezellig dus!

Na al dat strand en gefeest was het dan ook wel weer eens tijd voor wat meer avontuur, dus op naar Sri Lanka. Hiervoor hebben we eerst nog een tussenstop gemaakt in Kuala Lumpur om Juliette en al onze nieuwe vrienden die we op de Perhentian Islands hebben ontmoet nog even te bezoeken. Hier hebben we nog twee gezellige dagen met etentjes en drankjes gehad en vervolgens zijn we doorgevlogen naar Colombo, Sri Lanka. De eerste dagen zaten we vooral in de grotere steden en dit viel ons echt zwaar tegen. Het was er smerig, chaotisch en alles bezienswaardigheden, barretjes en restaurantjes waren ver van elkaar verwijderd. Daarna werd het gelukkig al snel beter toen we wat meer het binnenland en de bergen in trokken. In het stadje Kandy hebben we ons een dagje rond laten rijden met een ‘Tuktuk’, die ons alle bezienswaardigheden in de omgeving zou laten zien. We kwamen er echter al snel achter dat we voor elk tempeltje of andere attractie veel te veel entree moesten betalen dus we hebben bijna alles overgeslagen en hebben vooral lekker rondgereden en van de omgeving genoten. Sri Lanka is een erg goedkoop land maar het viel me op dat ze in verhouding echt veel te hoge bedragen vragen voor de toeristische trekpleisters, dus een deel daarvan hebben we dan ook overgeslagen. Wat zeker wel de moeite waard was, was de olifantensafari in het Kaudulla nationaal park! Met een jeep reden we door het nationale park en kwamen we al snel honderden wilde olifanten tegen die bij een meertje aan het drinken en spelen waren. Na al die olifanten die we in gevangenschap hebben gezien in Azië was het geweldig om deze dieren nu eens in vrijheid te zien! Hierna zijn we de bergen van Sri Lanka in getrokken. Met een aantal tussenstops hebben we de wereldberoemde treinrit van Kandy naar Ella gemaakt, dwars door de prachtige bergen, rijstvelden en dorpjes van Sri Lanka. Onze eerste stop was bij het dorpje Dalhousie, waar we ‘Adams peak’ hebben beklommen. Het beklimmen van deze berg wordt door velen gezien als een pelgrimstocht. Volgens de christenen was dit de plek waar Adam zijn eerste stappen op de aarde zette, volgens de boeddhisten was dit Boeddha en volgens de hindoes Shiva. Half drie ’s nachts zijn we begonnen aan deze zware klim van 5500 treden naar een hoogte van 2300 meter. We vertrokken zo vroeg omdat de zonsopkomst op de top schitterend blijkt te zijn! Helemaal gesloopt kwamen we na 3,5 uur klimmen eindelijk aan op de top en toen kwamen we erachter dat het nogal bewolkt was die dag. Dus geen magische zonsopkomst, geen belonend uitzicht maar wel een momentje in de wolken.. Toen het de gehele terugweg ook nog eens ging regenen was het feest al helemaal compleet! We hebben de klim uiteindelijk maar beschouwd als een training voor de trekking die we later nog zouden doen in de Himalaya’s. De volgende stop was het bergdorpje Haputale, waar zich de theeplantages van Lipton bevinden. We zijn naar ‘Liptons point’ gereden, dit is een plekje op de top van een berg met een prachtig uitzicht over de theeplantages, waar we uiteraard genoten hebben van een vers bakje thee! Hierna hebben we de treinreis vervolgd naar Ella, een gezellig bergdorpje met veel leuke restaurantjes en barretjes. Hier hebben we een paar kleine tochtjes de bergen in gemaakt voordat het luie leventje aan het strand weer ging beginnen. Onze laatste week in Sri Lanka hebben we namelijk aan de strandplekjes Unawatuna, Hikkaduwa en Mirissa doorgebracht. Allemaal erg mooie strandjes met gezellige barretjes en restaurantjes aan het strand. Vanwege het laagseizoen was het echter erg rustig en een beetje saai gedurende de avonduren..

Zoals je wel kunt lezen hebben we het verschrikkelijk zwaar tijdens het reizen en we waren dan ook echt even aan vakantie toe.. Dus na Sri Lanka maar even een weekje naar de Malediven! Vanuit het vliegtuig zagen we al die tropische eilandjes met schitterend helder lichtblauw water al liggen, echt een paradijs. En daar bovenop hadden we hier ook nog eens afgesproken met Almar en Janiek! Na een jaar weg van huis te zijn is het natuurlijk super om een goede vriend weer eens te zien, en nog mooier dat dit op de Malediven is. Na één nachtje in de hoofdstad Malé zijn we met z’n vieren naar het eiland Maafushi gevaren. Onderweg kwamen we al vele paradijs- en resorteilanden tegen zoals je van die jaloersmakende foto’s kent, met hutjes boven het water gebouwd. Als backpackers waren deze hutjes helaas iets te duur, maar gelukkig is dit ook niet nodig om de schoonheid van de Malediven te ervaren. Vanaf dit eiland hebben we een boottochtje gemaakt met verschillende snorkelstops en lunch op een kleine zandplaat. De onderwaterwereld van de Malediven is wereldberoemd en we kwamen hier dan ook vele mooie vissen, schildpadden, roggen en haaien tegen. Toen we net een haai aan het achtervolgen waren zagen we verderop ineens allemaal dolfijnen uit het water springen. We zijn de boot weer ingestapt om achter de dolfijnen aan te varen. Al snel waren we omringd door honderden dolfijnen die op centimeters afstand van de boot met salto’s en andere trucjes constant uit het water sprongen. We hebben tijdens onze reis al veel dolfijnen gespot maar dit was toch echt wel een magische ervaring! Almar en Janiek hebben daarna besloten om nog twee nachtjes op een resort door te brengen, en Jort en ik zijn naar een ander eiland gevaren om te gaan duiken. Dit was de mooiste duiklocatie die ik tot nu toe heb bezocht. We waren de gehele duik omringd door honderden grote vissen, tonijnen, roggen, tientallen haaien, babyhaaitjes, schilpadden en ga zo maar door! De laatste dag hebben we nog even afgesproken met Almar en Janiek om afscheid te nemen en vervolgens zijn we doorgevlogen naar onze volgende bestemming, India.

Tijdens mijn reizen heb ik veel hele positieve maar ook hele negatieve verhalen gehoord over India en achteraf snap ik beide kanten. India heeft supermooie plekjes, cultuur, natuur en heerlijk eten maar sommige delen zijn ook verschrikkelijk druk en smerig. Vooral in de grote steden kunnen de mensen onvriendelijk zijn en proberen ze je alleen maar op te lichten. Overal op straat zie je grote bergen vuilnis liggen, pissen mensen in elk hoekje, lopen koeien, stieren, varkens en geiten vrij rond en wordt je gek van alle toeterende voertuigen! Dit maakt India dan ook tot een hele speciale ervaring! Onze eerste dagen in India hadden we hier nog weinig last van omdat we in het zuiden zijn begonnen, wat aanzienlijk rustiger en relaxter is dan het noorden. We hadden echter wel met een ander probleem te maken: India had net de 500 en 1000 roepie briefjes verbannen vanwege de grote hoeveelheid vals geld dat het land binnen kwam. Hierdoor kwamen er alleen nog maar briefjes van 100 (1,5 euro) uit de pinautomaten en kon je maximaal 25 euro pinnen. Samen met het feit dat 50% van de pinautomaten in India niet werkt en de andere 50% binnen een uur leeg is resulteerde dit in urenlange rijen voor de automaten en een groot probleem om aan geld te komen.. Een goede start van ons India avontuur dus!

Gelukkig hadden we bij aankomst in Cochin nog een beetje geld om de bus van te betalen en konden we bij ons hostel met creditcard betalen. De volgende dag was het toch al snel gelukt om een pinautomaat te vinden waar we met al onze pasjes gelijk meerdere keren gepind hebben. We hebben een dagje de stad en het fort verkend en de volgende dag zijn we met een boot naar de beroemde ‘ backwaters’ van Kerala gegaan. Een tocht door de kleine riviertjes en slootjes waarbij we het leven langs het water konden ervaren; overal zag je mensen de was doen of zichzelf wassen in de nogal smerige rivier, kleine vissersbootjes voeren langs en we stopten bij enkele plekken waar lokale producten werden gemaakt. Na drie dagen hebben we de trein gepakt naar het hippieparadijs van India; Goa. Aangezien de “luxere” klassen al volgeboekt waren moesten wij het doen met een rit van 14 uur in de beruchte ‘sleeper class’. Vaak zitten deze coupés overvol en kun je er nog wel eens verschillende dieren aantreffen. Nadat we een aantal mensen van onze stoelen moesten wegsturen hadden we uiteindelijk toch een prima plekje en een bed in de trein, het viel allemaal wel wat mee dus.. In Goa hebben we vooral genoten van het strand, het heerlijke eten en de biertjes. In deze provincie overheerste inderdaad de hippie cultuur; overal zag je dreadlocks, vreemde hippie kleding, mensen die aan het blowen waren, slechte live optredens en ga zo maar door.. Niet echt ons ding maar wel mooi om mee te maken. We deden dan ook leuk mee en stonden zelf ook regelmatig mee te dansen op hele vreemde muziek met gekke hippies om ons heen!

Na Goa zijn we doorgevlogen naar de hoofdstad, Delhi. Hier mochten we voor het eerst de smerigheid en chaos ervaren wat ik eerder beschreven heb. We zijn inmiddels wel aardig wat gewend maar ik kan begrijpen dat deze stad voor velen een grote shock kan zijn! We zijn na een dagje sightseeing dan ook snel doorgegaan naar Jaipur. Ook hier hadden we maar een dagje en hebben we een erg mooi fort en een aantal tempels bezocht. Daarna weer door naar de wereldberoemde Taj Mahal. We kenden het natuurlijk van de foto’s maar in werkelijkheid is deze tempel nog mooier en imposanter dan we dachten! Diezelfde avond mochten we wederom genieten van een treinrit van 14 uur, maar gelukkig hebben we het grootste deel hiervan kunnen slapen. Onze volgende en laatste stop in India was Varanasi, waar we anderhalve dag zijn gebleven. Varanasi staat vooral bekend om het leven aan de rivier de Ganges. Deze rivier wordt door de Hindoes als heilig beschouwd, wat je kunt merken aan de activiteiten langs de rivier. Mensen wassen zich, er worden vele rituelen uitgevoerd en er vinden honderden crematies per dag plaats. Wij hebben ook één van deze “crematoriums” bezocht, wat eigenlijk gewoon een open ruimte met brandstapels langs de rivier was. Op ongeveer honderd vierkante meter waren meerdere brandstapels gebouwd en zag je vlak voor je neus de hele ceremonie plaats vinden. De details laat ik maar even achterwege.. Hierna werden de overblijfselen in de rivier gegooid zodat de ziel van deze persoon voor eeuwig rust kan vinden. Heel erg vreemd en indrukwekkend om dit Indiase ritueel mee te maken!

Met de bus zijn we daarna doorgereisd naar Nepal. We zijn begonnen in de hoofdstad Kathmandu, waar onze Zweedse vriendin Sara ons een paar dagen alle leuke plekjes heeft kunnen laten zien. Ook Nepal is niet het meest schone land, maar na India was dit al een hele opluchting. Ook is nog duidelijk te zien dat hier onlangs een heftige aardbeving is geweest. Overal zie je restanten van huizen, tempels en verzakte straten. Na vijf dagen Kathmandu hebben we afscheid genomen van Sara en zijn we doorgegaan naar Pokhara, een stad aan een mooi meertje dat omringd is door besneeuwde bergen (Himalaya gebergte). Dit was dan ook het startpunt van onze trektocht door de Himalaya’s. We waren na al die tijd down under en in Azië vooral gekleed op zomerse temperaturen dus eerst moest er nog even geshopt worden. Voor een prikje hebben we winterkleding en andere benodigdheden kunnen kopen en toen waren we echt klaar voor dit avontuur! De eerste dag begon relatief rustig met een busrit en vijf uurtjes lopen. We konden ons diezelfde avond ook nog eens belonen met een duikje in de hotsprings dus geen slechte start van de tocht. Dag twee en drie waren aanzienlijk zwaarder, zagen we het landschap steeds meer veranderen, klommen we steeds hoger de bergen in, verscheen er steeds meer sneeuw en begonnen de spieren het ook steeds moeilijker te krijgen. Vooral Jort had nog wel eens moeite met de klim en was niet altijd even blij met dit avontuur! Onderweg kwam je een paar keer per dag kleine bergdorpjes tegen waren je een prima maaltijd kon scoren of kon overnachten. Ook bleven we steeds dezelfde mensen tegenkomen, wat in de dorpjes waar we stopten vaak ook voor een leuke sfeer zorgde! De vierde dag zijn we 5 uur ’s ochtends naar het basecamp van de Annapurna berg gelopen op 4300 meter hoogte om hier de zonsopkomst te bewonderen. Dit uitzicht was een geweldige beloning na zo’n zware tocht! Niet iedereen bracht het er zo goed vanaf want onderweg kwamen we meerdere helikopters tegen die mensen met hoogteziekte of blessures op moesten komen halen. We zijn in drie dagen ook weer terug gelopen, met uiteraard nog een keer een bezoekje aan de hot springs om een beetje bij te komen. Met spierpijn, blaren, kapotte schoenen en een geweldige ervaring achter de rug kwamen we na zes dagen weer aan in Pokhara. Na nog een aantal dagen ontspanning in Pokhara en Kathmandu zat ons avontuur in Azië er toen ook alweer op..

Nog een nachtje Dubai en twee dagen London en dan zit het gehele avontuur er na ruim 13 maanden toch echt op. Het normale Nederlandse leven zal wel weer even wennen zijn maar ik heb wel weer erg veel zin om iedereen weer te zien. Tot snel!